Cytokines zijn de boodschappers van het afweersysteem:
stofjes door het afweersysteem aangemaakt om de interne kommunikatie te regelen.
Cytokines beïnvloeden direkt de gemoedstoestand en het funktioneren van de mens.
Als iemand griep heeft, is hij/zij meer geprikkeld, minder stressbestendig et cetera.
Het cytokine-depressie-model beschrijft de relatie tussen cytokines en het funktioneren.
Dat cytokines direkt het funktioneren en de stemming van de mens beïnvloeden, blijkt uit het feit dat
patiënten die interferon-alfa toegediend krijgen (zoals hepatitis-C-patiënten en kankerpatiënten) na enige tijd
ernstig vermoeid raken. Een deel van hen wordt in een later stadium ook depressief.
Er is waarschijnlijk een genetische aanleg bij een deel van de patiënten om
bij hoge hoeveelheden cytokines depressief te worden.
De cytokine, die aan de basis van de model ligt, is NFκB.
(NFκB: Nuclear Factor-Kappa B, is een eiwit dat in elke cel terug te
vinden is en die de lichamelijke reaktie op stress, vrije radikalen,
straling, ziektekiemen etc. in werking zet).
De cytokines die in reaktie hierop aangemaakt worden, zijn onder meer TNFα, IL1 en IL6.
De vraag is natuurlijk: waarom komen grotere hoeveelheden cytokines in omloop?
Er zijn (minstens) twee mogelijkheden:
◊ de cytokines worden geproduceerd door makrofagen (vreetcellen)
als een reaktie op inflammatie (een ontsteking, bijv. een infektie) en/of
◊ de cytokines worden vervaardigd in de hersenen
als een reaktie op stress.
Hoe is het bovenstaande biologisch te verklaren?
Cytokines die "decentraal" door makrofagen aangemaakt worden, resulteren,
◊ bedoeld, via de zenuwen,
◊ of onbedoeld, bijv. via gaatjes in de bloed-hersenen-barrière,
tot aanmaak van cytokines in de hersenen.
Toename van de hoeveelheden cytokines in de hersenen leiden onder meer tot:
1 Afname van het vermogen om te leren en te onthouden
(als gevolg van de afname van de zogenaamde synaptische elasticiteit).
2 Ziektegedrag: het gedrag dat hoort bij "je ziek voelen":
depressieve gevoelens, geprikkeld zijn, koortsgevoel, vermoeidheid etc.
3 Aktivering van de HPA-as (hypothalamus-hypofyse-bijnier-as),
teneinde de toegenomen stress te kunnen verwerken.
ad 1
Bepaalde cytokines beïnvloeden de hoeveelheden BDNF (brain-derived
neurotrophic factor, vrij vertaald: zenuwcelstimulerende factor,
afkomstig van de hersenen). BDNF is een neurotrofine, een belangrijke stof voor het overleven van
neuronen, en komt met name voor in de hippocampus, de cortex en het prosencephalon (of voorhersenen).
ad 2
Stemmingen, gevoel etc. worden in belangrijke mate bepaald door de
hoeveelheden dopamine, serotonine en noradrenaline. Met name serotonine
speelt een voorname rol.
Specifieke cytokines aktiveren het enzym IDO. Dit leidt tot lagere hoeveelheden tryptofaan: de grondstof voor
serotonine. Zie hier een verklaring voor depressiviteit!
ad 3
Toename van bepaalde cytokines leidt tot afgifte van CRH door de hypothalamus
(CRH is een afkorting voor corticotropin-releasing hormone: een neurotransmitter die een hoofdrol speelt in de stressresponse:
de biologische reaktie van het lichaam op stress)
Als gevolg hiervan maakt de hypofyse ACTH (adrenocorticotropisch
hormoon, syno-niem: corticotropine) aan, dat onder meer betrokken is bij
het regelen van de hartslag.
De produktie van ACTH op zijn beurt leidt weer tot aanmaak van
glucocorticoïden, een groep van steroïde hormonen (waartoe ook cortisol
behoort), door de bijnieren.
Glucocorticoïden onderdrukken onder meer de cellulaire immuniteit (met name via IL2).
Normaal wordt de reaktie van het lichaam beëindigd,
doordat de glucocorticoïden zich via een receptor binden met bijv.
makrofagen, waardoor hun werking afgeremd wordt.
De dempende werking wordt echter ernstig verstoord bij
een chronische ontsteking (bijv. infektie). De aanmaak van NFkB, die hiervan
het gevolg is, verstoort de dempende werking van het signaal dat door de
glucocorticoïden aan de receptor afgegeven wordt.
Het merkwaardige is dat bij ME-patiënten vaak verlaagde hoeveelheden
cortisol vast-gesteld worden. Het is aannemelijk dat jarenlang aktivering
van de HPA-as leidt tot uitputting van de grondstoffen voor corticosteroïde
hormonen (met name cholesterol). Dit kan op den duur leiden tot
onderdrukking van de werking van de HPA-as: paradox!
Schematisch ziet het cytokine-depressie-model er als volgt uit:
Gedragsveranderingen
Het model is ook een belangrijke verklaring voor (omkeerbare) gedragsveranderingen
(klik
hier) die ook in het interview met prof. de Meirleir ter sprake
kwamen (klik hier).
Verminderde stressresponse: kip-of-ei-probleem
In het model nemen cytokines toe 1. door ontstekingen (o.a. infekties) en 2. door stress.
Volgens de biopsychosociale school is de oorzaak gelegen in een
verminderde stress-response (de reaktie van de HPA-as op stress) de oorzaak
van "CVS". In het biomedische model is die verminderde stressresponse het
gevolg van infekties/verzwakte afweer.
Het kip-of-ei-model (kip: infekties/verstoorde afweer, ei: verminderde
stressresponse) wordt hier
verder toegelicht. Het is waarschijnlijk dat de kip de problemen veroorzaakt!
Een volstrekt nieuwe kijk op depressiviteit...
Sommigen, zoals prof. Maes, stellen zelfs dat depressiviteit vaak
het gevolg is van inflammatie (ontsteking). Het model impliceert dat we
depressiviteit niet langer als een geestelijke stoornis, maar als
een puur lichamelijke ziekte moeten beschouwen.....
Dit brengt een forse afname van het "klantenbestand" voor psychiaters en dergelijke.
Is dit de verklaring waarom Maes en anderen net zoveel weerstand te maken krijgen?
Literatuur
Neuropsychiatric adverse effects of interferon-alpha:
recognition and management.
CNS Drugs. 2005;19(2):105-23.
Raison CL, Demetrashvili M, Capuron L, Miller AH.
klik hier voor een samenvatting.
Cytokines sing the blues: inflammation and the pathogenesis of depression.
Trends Immunol. 2006 Jan;27(1):24-31.
Raison CL, Capuron L, Miller AH.
klik hier voor een samenvatting.
Depression during pegylated interferon-alpha plus ribavirin therapy:
prevalence and prediction.
J Clin Psychiatry. 2005 Jan;66(1):41-8.
Raison CL, Borisov AS, Broadwell SD, Capuron L, Woolwine BJ, Jacobson IM, Nemeroff CB, Miller AH.
klik hier voor een samenvatting.
Anterior cingulate activation and error processing
during interferon-alpha treatment.
CNS Drugs. 2005;19(2):105-23.
Raison CL, Demetrashvili M, Capuron L, Miller AH.
klik hier voor een samenvatting.
Cytokine, sickness behavior, and depression.
Neurol Clin. 2006 Aug;24(3):441-60.
Dantzer R.
klik hier voor een samenvatting.
Twenty years of research on cytokine-induced sickness behavior.
Brain Behav Immun. 2007 Feb;21(2):153-60.
Dantzer R, Kelley KW.
klik hier voor een samenvatting.
Cytokines and major depression.
Prog Neuropsychopharmacol Biol Psychiatry. 2005 Feb;29(2):201-17.
Erratum in:
Prog Neuropsychopharmacol Biol Psychiatry. 2005 May;29(4):637-8.
Schiepers OJ, Wichers MC, Maes M.
klik hier voor een samenvatting.
The role of indoleamine 2,3-dioxygenase (IDO)
in the pathophysiology of interferon-alpha-induced depression.
J Psychiatry Neurosci. 2004 Jan;29(1):11-7.
Wichers MC, Maes M.
klik hier voor een samenvatting.
Interferon-alpha-induced depressive symptoms
are related to changes in the cytokine network but not to cortisol.
J Psychosom Res. 2007 Feb;62(2):207-14.
Wichers MC, Kenis G, Koek GH, Robaeys G, Nicolson NA, Maes M.
klik hier voor een samenvatting.
|