Follow FrankTwisk on Twitter  
   

 

 

 

 

Kritiek Twisk/Corsius

op internet-CGT studie NKCV

gepubliceerd in

British Journal of Psychiatry

 

 

 

 


 

 

 

Janse en collega’s et al. hebben twee varianten van cognitieve gedragstherapie

voor chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) via het internet (iCBT) onderzocht:

iCBT met protocol-gestuurde feedback (iCBT/FP) en

iCBT met feedback op aanvraag (iCBT/FD).

 

Ten eerste is er een hoge mate van zelfselectie [Knoop et al., 2007],

omdat patiënten sceptisch zijn over psychologische interventies,

dus de deelnemers zijn niet representatief voor de hele CVS-patiëntenpopulatie.

 

Ten tweede rapporteerde een substantiële groep

'klinisch relevante depressieve symptomen',

terwijl depressie die 'chronische vermoeidheid' zou kunnen verklaren,

de diagnose CVS bij voorbaat uitsluit.

 

Kijkend naar de arbeidsparticipatie,

kunnen de deelnemers als 'milde gevallen' worden geclassificeerd.

 

Ondanks dat de criteria voor het naleven van het protocol niet echt strikt waren,

stelden Janse et al. vast dat

"een aanzienlijk aantal patiënten zich niet volledig aan de interventies hielden".

 

Alhoewel de therapie "was toegesneden op

het huidige activiteitenpatroon van een patiënt vastgesteld met actigraphy",

behoorden (verhoogde) activiteitsniveaus niet tot de criteria voor 'therapietrouw'.

 

Dit is niet erg verrassend, aangezien een analyse van drie CGT/GET-studies

van door dezelfde onderzoeksgroep [Wiborg et al., 2010]

aantoonde dat de activiteitsniveaus niet wezenlijk veranderden.

 

Slechts 36% van de iCBT/FP en 43% van de iCBT/FD behaalde

de 'normale waarde' voor de checklist Individual Strength Fatigue (CIS F),

vergeleken met 15% in de wachtlijstgroep (non-interventie).

 

De effecten van iCBT/FP en iCBT/FD op 'vermoeidheid' zijn veruit ontoereikend

om 'normale niveaus van vermoeidheid' te bereiken (CIS F score

zoals gedefinieerd in een andere studie van dezelfde onderzoekers [Knoop et al, 2007].

 

Als we andere twee subjectieve maatstaven serieus nemen,

zouden de patiënten in de iCBT/FP- en iCBT/FD-groep (gemiddeld),

na afloop nog steeds als 'ernstig gehandicapt' geclassificeerd worden.

 

Het effect van iCBT/FP en iCBT/FD op objectieve maatstaven is niet gerapporteerd,

maar andere studies van de onderzoeksgroep hebben aangetoond dat

het CBT/GET-protocol geen enkel effect heeft op objectieve maatstaven [Twisk/Corsius, 2018].

 

Hoewel de interventie CGT wordt genoemd, is het een combinatie van CGT en GET.

Verschillende patiëntenonderzoeken en studies,

waaronder één studie van de PACE-trial-onderzoekers, geven aan dat

CBT, vooral in combinatie met GET, iatrogene schade kan veroorzaken.

 

Concluderend,

de studie onderbouwt de bewering dat iCBT/GET voor CFS effectief is niet,

terwijl er verschillende indicaties zijn, dat CGT/GET geen veilige therapie is.

 

 


 

 

 

Cognitive-behavioural therapy for chronic fatigue syndrome: neither efficacious nor safe.

Twisk F, Corsius L.

Br J Psychiatry. 2018 Aug;213(2):500-501. doi: 10.1192/bjp.2018.136.

PMID: 30027882

 

PDF-versie:

https://www.cambridge.org/core/services/aop-cambridge-core/content/view/

C8B85E1E18395A44E4535281167FD413/S0007125018001368a.pdf/

cognitivebehavioural_therapy_for_chronic_fatigue_syndrome_neither_efficacious_nor_safe.pdf

 

HTML-versie:

https://www.cambridge.org/core/journals/the-british-journal-of-psychiatry/article/

cognitivebehavioural-therapy-for-chronic-fatigue-syndrome-neither-efficacious-nor-safe/

C8B85E1E18395A44E4535281167FD413/core-reader